Drones bieden interessante mogelijkheden om ingezet te worden bij hulpverlening en noodplanning. Maar hiaten in de wetgeving beperken momenteel nog de maximale inzet van deze technologie blijkt uit het antwoord van gouverneur Carl Decaluwé op een vraag van provincieraadslid Kurt Himpe.
“In West-Vlaanderen werd pionierswerk verricht voor de inzet van drones door een aantal bedrijven organisaties en belangengroepen die betrokken zijn bij beveiliging en bewaking. Ook hulpverleningszones investeerden de laatste tijd in drones, onder meer de politiezone Westkust die voor de 24/24 permanentie van de droneteams samenwerkt met de politiezone Polder, RIHO en VLAS. Daarnaast hebben ook de politiezone Bredene – De Haan en de strandreddingsdienst van Blankenberge een drone”, aldus provincieraadslid Kurt Himpe. “De scheepvaartpolitie, defensie en de Civiele Bescherming hebben ook geïnvesteerd in dronetechnologie, maar dan minder voor inzet op het vlak van noodplanning.”
“Momenteel lopen er testen om voorwerpen te droppen op moeilijk bereikbare plaatsen”
Volgens gouverneur Carl Decaluwé worden drones momenteel al frequent ingezet voor bijvoorbeeld opsporing van vermiste personen, bijstand bij verkeersongevallen en branden, het toezicht op het captatieverbod en screening van bewaakte en onbewaakte zwemzones.
Provincieraadslid Kurt Himpe vernam ook dat er momenteel testen lopen om voorwerpen te droppen op moeilijk bereikbare plaatsen. “Bij incidenten kunnen zo radio’s, flessen water, thermische dekens, bakens… gedropt worden bij plaatsen waar het te gevaarlijk is om reddingsdiensten te sturen. Ook lopen er testen om reddingsvesten te droppen met een drone.”
Hiaten in wetgeving
Maar het gebruik van drones wordt door hiaten in de wetgeving nog altijd beperkt. “Het aanvaarden van vooraf gedefinieerde risicoanalyses zou een grote hulp betekenen zoals voor de bijstand bij branden en het in kaart brengen van een verkeersongeval. Dat is perfect voorafgaandelijk vast te leggen en over alle hulpdiensten heel toepasbaar zonder dat iedereen apart telkens een risicoanalyse moet maken die zeer tijdrovend is”, verduidelijkt gouverneur Decaluwé. “Ook de beperking van vluchten tot een afstand van maximaal 500 meter rond een niet-bewegende piloot is een hiaat. Met het oog op de komst van drones met een grotere autonomie moet dit zeker opnieuw bekeken worden en moet niet de afstand, maar wel de hoogte een rol gaan spelen.”
De nieuwe omzendbrief over drones voor politie en hulpdiensten van 4 mei 2022 is volgens de gouverneur ook een gemiste kans om duidelijke trainingsverplichtingen op te leggen aan de dronepiloten om het professioneel niveau van de piloten van politie- en hulpdiensten op peil te houden.