Er komt een herwerking van het provinciaal Nood- en Interventieplan zodat incidenten met nucleaire transporten opgevangen kunnen worden. Dat bevestigt gouverneur Carl Decaluwé aan provincieraadslid Kurt Himpe.
De laatste jaren is het aantal nucleaire transporten op het West-Vlaamse grondgebied sterk afgenomen. “In 2017 waren er nog vijf transporten via het spoor, in 2018 en 2019 waren er twee transporten en in 2020 vond er slechts één transport plaats. In 2021 was er een transport van nucleair afval via waterwegen. Sinds 2021 tot nu was er op West-Vlaams grondgebied ook maar één transport van nucleair afval over het spoor van Nederland naar Frankrijk”, weet provincieraadslid Kurt Himpe. “Noodplannen kunnen geen rampen voorkomen, maar zijn van groot nut om de gevolgen van een catastrofe efficiënt te bestrijden. Het is daarom een goede zaak dat er binnenkort in het Bijzonder Nood- en Interventieplan nucleaire incidenten een afzonderlijke fiche voor nucleaire transporten komt.”
“Momenteel wordt ook de laatste hand gelegd aan de herwerking van het noodplan spoorwegongevallen. In dat noodplan wordt rekening gehouden met het vervoer van gevaarlijke stoffen”, aldus Himpe.
Strikte procedure
Bij nucleaire transporten wordt een zeer strikte procedure gevolgd wordt. Zowel de gouverneur, de noodcentrales en zonecommandanten en korpschefs van de betrokken hulpverleningszones en politiezones worden enkele dagen op voorhand door het Nationaal Crisiscentrum op de hoogte gebracht van een nucleair transport.