Izegem en Torhout slaan de
handen in elkaar voor dubbeltentoonstelling ViceVersa
7 december 2020
Vanaf 12 december 2020 pakken
Kasteel Ravenhof en Eperon d’Or uit met de tijdelijke tentoonstelling
ViceVersa. “Het opzet is op meerdere vlakken uniek”, zeggen de
schepenen van Cultuur en Musea Kurt Himpe uit Izegem en Lieselot Denolf
uit Torhout. “ViceVersa is namelijk een dubbeltentoonstelling. Eperon
d’Or leent schoenen van de voormalige Torhoutse schoenfabriek Couppé
uit voor een tentoonstelling in Kasteel Ravenhof. Het Museum van Torhouts
Aardewerk (MTA) leent op zijn beurt een selectie Izegemse aardewerktegels
uit voor een tentoonstelling in Eperon d’Or. Naast de objecten zelf,
wisselen beide musea uiteraard ook de nodige expertise uit.”
Stageproject
zorgt voor ‘omgekeerde wereld’
Els Degryse werkte vorig
academiejaar in Eperon d’Or voor haar bachelorstage kunstwetenschappen
aan een project rond een collectie 18de-eeuwse Izegemse haardtegels
waarover weinig bekend was. Onderzoek bracht heel wat informatie naar
boven, ideaal om aan het publiek te tonen via een tentoonstelling. Als
inwoner van Torhout rijpte bij haar de idee om er een
dubbeltentoonstelling van te maken. De link ligt immers voor de hand: het
Museum Torhouts Aardewerk is gevestigd in de woning van voormalig
schoenfabrikant Couppé, kasteel Ravenhof. Tegels in Izegem, schoenen in
Torhout, het is de omgekeerde wereld, het is ViceVersa.
Tegels in
Eperon d’Or
Zo verlaat Eperon d’Or straks
even zijn comfort zone. “De tijdelijke tentoonstelling ViceVersa focust
namelijk niet op schoenen, borstels, stoom of stroom…, maar wel op
haardtegels. De bezoeker mag zich verwachten aan een explosie van
aardetinten, wervelende ornamenten en authentiek vakmanschap”, aldus
conservator Hilde Colpaert.
“Izegem was vroeger niet alléén
een centrum voor schoen- en borstelproductie. In de achttiende eeuw werden
er bij ons ook heel wat aardewerktegels gemaakt. Die tegels hadden een
aantal typische kenmerken. Izegemse tegelmakers waren bijvoorbeeld bij de
eersten om de typische aardetinten aan te vullen met groene accenten.
Izegemse tegels waren ook een tikkeltje kleiner dan hun soortgenoten uit
andere streken. Er waren dus meer tegeltjes per schouw nodig. Deze lokale
tegels vormen het onderwerp voor het Izegemse luik van ViceVersa”,
verduidelijkt Hilde Colpaert.
“We brengen voor de eerste keer
een ruime selectie van deze Izegemse tegels samen in één
tentoonstelling. We ontlenen daarvoor niet alleen bij het MTA, maar ook
bij Trezoor en een aantal privéverzamelaars. Kunstenaar en cartoonist
Benoît van Innis zorgt voor een hedendaags luik aan een historisch
onderwerp. In het tweede deel van de tentoonstellingsperiode zal
tegelatelier De Knock uit Kuurne zijn meesterschap tonen. Drie generaties
tegelbakkers leveren daar immers heel wat vakkennis op”, vult schepen
Kurt Himpe aan.
Schoenen
in kasteel Ravenhof
Torhout zet enerzijds in op de
geschiedenis van kasteel Ravenhof en anderzijds op de rol van de familie
Couppé en hun schoenfabriek in Torhout. Daar zit ook de thematische
samenwerking: een uitwisseling van onverwachte zaken.
De site gaat terug op een ouder gegeven uit de 13de
eeuw. Dokter René van Oye koopt het domein ca.
1840. In 1863 richt hij aan de nabijgelegen "Cortemarcq wegel"
een vlaszwingelarij-linnenfabriek op en tussen 1850 en 1874 bouwt hij een
aantal woningen voor zijn arbeiders, in de volksmond zogenaamd "Van
Oye's reke" (cf. Eugeen Van Oyestraat). Hier groeide Eugeen van Oye
op, bekend van “Dien avond en dien roze”, het vriendschapsgedicht van
Guido Gezelle.
.
In 1906 koopt Oscar Hostyn het
"Ravenhof" en de vroegere fabrieksgebouwen waar zijn
schoenfabriekje komt. In 1919-1920 volgen ingrijpende restauratiewerken
met decoratiewerken door de Roeselaarse familie Duyvewaerdt. Het meest in
het oog springen de decoraties in de 'Grand Salon’, tegenwoordig de
gobelinzaal. Daar zien we een aantal unieke geschilderde wandtapijten en
de houten art-deco-lambrisering van de hand van De Coene uit Kortrijk, een
mooi staaltje ambachtelijke kunst.
Later komen het domein en het
bedrijf in handen van de familie Couppé. De Couppé-schoenfabriek zou
uitgroeien tot één van de grootste fabrieken uit de regio. Bezoekers
kunnen unieke exemplaren van de bekende schoenmerken Lancia, Noordzee en
Cameo bewonderen en ze krijgen het verhaal mee van de familie die dit
domein beheerde.
Na 1960 verkrot het domein echter.
Het stadsbestuur koopt het aan in 1989 en geeft de tuinen, de oude fabriek
en het kasteeltje tot op vandaag een nieuwe, openbare bestemming.
Daarover gaat dus de
tentoonstelling: de schoennijverheid in Torhout, de evolutie van het
kasteeltje met zijn fraaie decoratie in de vroege 20ste eeuw, de rol van
de familie Couppé in de 20ste eeuw en heel wat materiaal in relatie met
de collectie van het Museum Torhouts Aardewerk dat tijdens de
tentoonstelling voortdurend te bezoeken zal zijn.
|